Onderzoek toont aan dat heteroseksuele mannen met "biseksueel gen" meer kinderen krijgen

Wetenschappers hebben voor het eerst een genetische variant ontdekt die in verband wordt gebracht met biseksueel gedrag bij mensen.

In een recente wetenschappelijke studie hebben wetenschappers voor het eerst genetische variaties geïdentificeerd die verband houden met biseksueel gedrag bij mensen, een bevinding die niet alleen inzicht geeft in de diversiteit van seksuele geaardheden, maar ook het verband onthult tussen deze genetische markers en het vermogen van heteroseksuele mannen om risicogedrag te vertonen en meer nakomelingen te produceren. Het onderzoek, geleid door professor Jianzhi Zhang van de Universiteit van Michigan, werd woensdag gepubliceerd in het tijdschrift Science Advances.

Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van meer dan 450.000 mensen van Europese afkomst die geregistreerd staan bij de UK Biobank, een langlopend genomicaproject met belangrijke voordelen voor gezondheidsonderzoek. Het onderzoek bouwt voort op een baanbrekend artikel dat in 2019 in Science werd gepubliceerd en waaruit bleek dat genetische variatie tot op zekere hoogte van invloed is op het al dan niet vertonen van gedrag van hetzelfde geslacht, hoewel omgevingsfactoren een grotere invloed hebben.

Professor Cheung legde uit dat eerdere onderzoeken de neiging hadden om al het homoseksuele gedrag over één kam te scheren, maar dat er in werkelijkheid sprake is van een breed spectrum. Door het volledige DNA of genoom van deelnemers te onderzoeken en deze informatie te combineren met onderzoeksresultaten, konden Chang en zijn medeauteur Siliang Song bevestigen dat de kenmerken die geassocieerd worden met homoseksueel en biseksueel gedrag in feite verschillend zijn.

Uit het onderzoek blijkt dat mannelijke heteroseksuelen die drager zijn van deze markers, die biseksueel gedrag (BSB)-gerelateerde allelen worden genoemd, deze genen doorgeven door meer kinderen te krijgen dan gemiddeld. Bovendien hebben mannen die zichzelf beschrijven als avontuurlijk vaker kinderen en zijn ze vaker drager van het BSB-gerelateerde allel. Dit suggereert dat mannelijke BSB-gerelateerde allelen een voortplantingsvoordeel zouden kunnen hebben, wat hun persistentie in het verleden zou kunnen verklaren en hun behoud in de toekomst zou kunnen voorspellen.

Echter, allelen die geassocieerd worden met exclusief homoseksueel gedrag (eSSB) worden geassocieerd met minder kinderen die geboren worden bij heteroseksuele mannen, wat suggereert dat deze eigenschappen na verloop van tijd zullen verdwijnen. Gegevens van de UK Biobank laten ook zien dat het percentage mensen dat biseksueel en homoseksueel gedrag rapporteert al tientallen jaren stijgt, mogelijk als gevolg van de toegenomen openheid in de samenleving.

De studie schatte in dat of iemand zich biseksueel gedraagt 40% wordt beïnvloed door genetica en 60% door de omgeving. De onderzoekers benadrukten dat hun bevindingen vooral bijdroegen aan de diversiteit, rijkdom en een beter begrip van de menselijke seksualiteit en niet bedoeld waren om discriminatie op basis van seksualiteit te impliceren of te onderschrijven.

Deze studie geeft niet alleen nieuwe inzichten in de genetische basis van seksuele oriëntatie, maar benadrukt ook het natuurlijke fenomeen van complexiteit en pleiotropie, waarbij één enkel gen meerdere eigenschappen kan beïnvloeden. De bevindingen van deze studie bieden een belangrijk perspectief voor het begrijpen van de evolutionaire context van de menselijke seksualiteit en openen nieuwe wegen voor toekomstig onderzoek.

modieuze trend

Laatste Verhalen

nl_NLNederlands